Volgens de Hoge Raad diende de internationale allocatie van het heffingsrecht over ontslagvergoedingen te worden beoordeeld aan de hand van, kort gezegd, het arbeidsverleden over de periode van de 4 jaar voorafgaand aan het einde van de dienstbetrekking. In lijn met gewijzigd OESO commentaar heeft de Staatssecretaris recent besloten dat in plaats van 4 jaar moet worden gekeken naar waar de werknemer de laatste 12 maanden voorafgaand aan zijn ontslag heeft gewerkt.
Daarnaast is de doorbelasting van de ontslagvergoeding binnen de groep niet langer relevant.

De nieuwe zienswijze geldt voor ontslagvergoedingen die met ingang van 15 juli 2014 zijn betaald.

Afhankelijk van de aard van de ontslagvergoeding kan een andere internationale allocatie dan op grond van de voorafgaande 12 maanden overigens gerechtvaardigd zijn.